METHODEN
We maken bij onze begeleiding gebruik van verschillende methodieken. Één van de methodieken die veel wordt gebruikt is de methode: Hooi op je vork. Dit geeft een raamwerk voor het begeleiden van mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Uitgangspunten van deze methode zijn:
1. Streven naar maximale autonomie. Greep op het leven geeft zin aan het leven.
2. Ontdekken (anamnese) en ontwikkelen (doelen).
3. Vroeger en nu (verkenning levenslijn).
4. Verkenning van verschillende leefgebieden:
- uiterlijk
- gezondheid
- familie/relaties
- seksualiteit
- sociale contacten
- werk
- vrije tijdsbesteding
- woonomgeving en huishouding
- toekomstzekerheid
- onafhankelijkheid
- zingeving
5. Visie van de omgeving, ouders, partners, andere familieleden.
6. Uitgaan van wat wel kan, aansluiten bij de motivatie van de persoon.
Het model bestaat uit 2 stappen:
- Ontdekken, wie is de persoon, hoe staat hij in het leven, hoe redt hij zich, wat kan hij, wat kunnen we en wat mogen we van hem verwachten, hoe kunnen we het best met hem omgaan.
- Ontwikkelen, de persoon moet zijn leven opnieuw gaan vormgeven. Als hij weet wie hij is en wat hij wil, kan hij hiermee aan de slag. Door doelen te formuleren kan hij een begin maken met het realiseren van zijn wensen. Waarbij successen motiveren om door te gaan, dus is het zaak de doelen niet te groot te maken.